Coconnetjes van Mededogen
Coconnetjes van mededogen: hoe gezamenlijk handelen mensen verbindt

Tijdens de Vredesweek (21–28 september 2025) vond in de Stevenskerk in Nijmegen mijn project Coconnetjes van mededogen plaats. Als beeldend kunstenaar nodigde ik bezoekers uit om cocons van garen te maken, met een krantenfoto in het midden. Terwijl we wikkelden, spraken we – stil of hardop – een wens uit voor de afgebeelde personen: “Moge je veilig zijn. Moge je gezond zijn. Moge je gelukkig zijn.” Geen onderscheid, geen politiek statement; een gewoon gebaar van aandacht voor ieder mens.
Het project begon tijdens een kerkdienst van Stadsklooster Mariken. Zij zoeken bewust de uitwisseling met kunstenaars; daardoor kreeg ik de kans om het project met een gemeenschap te starten; ik begeleidde een metta meditatie terwijl zij krantenfoto’s in hun handen hielden. De hele dienst stond in het teken van mededogen. Dat voelde meteen goed: hier mocht het een praktische, tastbare oefening worden. Vanuit een abstract idee naar tastbaar handelen.

Waarom dit project? Ik voel als mens en als maker al jaren een zekere onmacht over hoe we met elkaar en met de aarde omgaan. De metafoor van de rups hielp me die onmacht te vormen. Een rups vreet kaal, verplaatst zich naar het volgende stuk groen en doet dat weer. Maar een rups kan ook een cocon vormen en transformeren tot vlinder — een wezen dat bijdraagt aan groei en bloei. Dat wens ik de mensheid: de kans zich terug te trekken en te transformeren tot zorgzamer bestaan.
Als kunstenaar wilde ik ieder mens zo’n cocon geven: een kleine ruimte voor transformatie, zonder oordeel. Wat begon als mijn eigen idee, werd al snel een collectieve beweging. Mensen kwamen aan mijn tafel en zetten hun onmacht om in liefdevolle aandacht. Het ritme van het wikkelen werkt meditatief; het vertraagt, brengt focus en een zekere rust. Die fysieke handeling geeft ruimte voor woorden, maar vaak ook voor stilte.
Verbinding in kleine verhalen

Verbinding was het sleutelwoord van die week. Mensen uit alle windrichtingen kwamen samen: kerkgangers, buurtbewoners, toevallige passanten, leden van sangha’s en buitenlandse bezoekers. Hun verhalen, pijn en hoop kwamen bij mij aan tafel terecht — en alles vond zijn plek in de cocons.
Een paar voorbeelden:
Een vrouw vroeg of ik foto’s had van de rellen van die ene zaterdag in Den Haag. Die had ik niet; ze scheurde een rand van de krant, schreef de situatie erop en wikkelde het papier in. Terwijl anderen kwamen kijken zei ze: “Kom erbij zitten, zet je onmacht om in beweging.” Kort daarna deelde een Duitse bezoekster haar zorgen over de impact van de wereldpolitiek op haar dochter. Toen zij was uitgepraat zei de Nederlandse vrouw: “De volgende cocon die ik maak zal voor je dochter zijn.” Zo eenvoudig, zo menselijk en verbindend.
Op mijn tafel lagen instructies in verschillende talen. Toen een Spaanse groep aan kwam schuiven sprak ik een paar woorden Spaans maar goed uit leggen lukte mij niet; gelukkig kon iemand in vanuit het Frans vertalen. Het uitspreken van de intentie raakte hen: woordeloos deed ik voor hoe ze de cocons konden maken, we werkten in stilte en hingen de cocons daarna in de levensboom. Ik kreeg knuffels en kussen; via een vertaalapp vertelden ze wat ze voelden: hun hart was geraakt.
Anja kwam elke dag. Via haar sangha had ze van het project gehoord. De sommige dagen bleef ze uren en maakte liefdevol cocon na cocon, een andere dag kwam ze even kort om een kleine bijdrage te leveren aan de gestaag groeiende boom. Op de laatste dag hielp ze me bij de drukte, legde bezoekers uit hoe ze konden meedoen. Kleine dagelijks hulp die voelde als een warme doorgeeflijn.
Het project verspreidde zich als een positieve olievlek: mensen vertelden erover via sangha’s, vrienden, zwemclubs, kerkgenootschappen en groepsapps en kwamen allen bij mij aan tafel om bij te dragen aan een liefdevolle wereld. Ik werd telkens verrast door hoe mensen de weg naar het project vonden; simpelweg omdat ze zich verbonden willen voelen.
Wat het opleverde en wat er komen mag
De cocons in de Stevenskerk zijn tastbare sporen geworden van aandacht en mededogen — kleine objecten met grote betekenissen. Het doel was niet te polariseren, maar ruimte te maken voor bezinning, ontmoeting en een gezamenlijk ritueel van zorg. Dat is gelukt: er ontstond een gedeelde ruimte voor persoonlijke reflectie én gezamenlijk handelen.
Ik wil dit project graag verder brengen. Het bleek hoe krachtig een eenvoudige handeling kan zijn om mensen tot verbinding te brengen. Als je dit leest en het project spreekt je aan — of je wilt het uitnodigen op een andere plek — neem dan contact met me op. Ik kom graag delen en voortbouwen op wat we samen hebben gemaakt.
Tot aan de kerstvakantie is de boom met haar cocons te zien in het Expertise centrum voor Mindfulness in het RadboudUMC te Nijmegen. Meer informatie en contact: www.yetterohde.nl.